DEN – Een 32-jarige vrouw staat terecht voor het opzettelijk om het leven brengen van haar twee weken oude zoontje Daniel. Ze gooide het kind uit een raam op de tweede verdieping. Op vrijdagochtend 24 februari om vijf over tien kwam er een melding binnen bij de politie dat er een baby naar beneden was gegooid bij een opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen aan de Parallelweg in Den Haag. Bij aankomst zagen de agenten een open raam op de tweede verdieping. Het jongetje, dat op dat moment 16 dagen oud was, lag op de grond maar ademde nog. Hulpdiensten brachten de baby snel naar het ziekenhuis, waar hij na twee weken overleed. De officier van justitie gaf aan dat deze gebeurtenis diepe sporen zal achterlaten in het leven van de vader, de oma en de verdachte, de moeder van het slachtoffer. De verdachte verklaarde dat ze na de bevalling depressief werd en op de fatale dag een stem in haar hoofd hoorde die haar vertelde om haar zoontje te doden. Ze pakte meteen haar zoontje en gooide hem uit het raam. Het verhaal van de verdachte wordt ondersteund door camerabeelden. Volgens de officier van justitie was er sprake van opzet, aangezien ze de baby optilde en door een klein kantelraam bijna acht meter naar beneden gooide. Ze vroeg ook aan de politie of ze nu naar de gevangenis moest. Deskundigen concludeerden dat haar handelen voortkwam uit haar stoornis. Ze zou een depressie met psychotische kenmerken hebben als gevolg van een bipolaire stoornis. De officier van justitie vraagt om de verdachte niet strafbaar te verklaren en haar te ontslaan van alle rechtsvervolging. Hij eist een maatregel van TBS met dwangverpleging.